Skip to content
mugmetdegoudentand

Interview Lineke Rijxman in HUMAN INC

Mooi interview met Lineke Rijxman in HUMAN INC, het ledenmagazine van het Humanistisch Verbond.

"Actrice, schrijfster en regisseuse LINEKE RIJXMAN is waakzaam, maar probeert niet al te zorgelijk te zijn. Een woedende koningin die met humor het rechts-populisme probeert te pareren, en een interviewkandidaat die zich lastig laat vangen: “Heb ik het je echt zó moeilijk gemaakt?”

Het verzoek voor een vraaggesprek werd onmiddellijk ingewilligd, maar toen Lineke Rijxman eenmaal was aangeschoven in een café op het Amsterdamse KNSM-eiland, kwam er wel een voorwaarde op tafel: “Ik wil graag de tekst van te voren lezen en de vrijheid hebben om passages te schrappen of aan te passen. Als ik zelf schrijf, kan ik structuur aanbrengen en alles nog eens teruglezen. Als ik praat, heb ik dat overzicht niet en moet ik maar hopen dat de ander begrijpt wat ik bedoel. Of wat ik juist niet bedoel. Snap je?”

Helemaal. Laten we eens kijken hoever we komen. Waar ben je op dit moment dankbaar voor?

“Je dacht: laten we dit gesprek een beetje eenvoudig beginnen? Pff... Oké, ik heb ’s ochtends altijd een sterke behoefte aan zoet, dus ik ben er dankbaar voor dat ik nu mijn kopje thee met honing drink. Wil je het zo klein hebben? Maar ook: dat ik ongestoord over straat kan lopen. Dat het rustig is, dat hier geen oorlog is. Dat ik me veilig voel. Nogal een grote gedachte, ik weet het, maar die draag ik wel vaak met me mee.”

Een eindje verderop woedt wel een oorlog. Er is sowieso behoorlijk veel gaande in de wereld. Hoe verhoud je je daartoe?

“Wanneer die grote wereld me overvalt, concentreer ik me op de gedachte dat ik daar slechts een klein onderdeel van ben en probeer ik niet al te zorgelijk te zijn. Anders kun je niet nadenken over wat je in je eigen kleine kring zou kunnen doen.”

Is er voor jou een hiërarchie in de dingen waarover je je zorgen kunt maken?

“Eigenlijk heb ik al moeite met het begrip ‘je zorgen maken’. Ik maak me zorgen over het klimaat, goed, maar wat zég ik dan eigenlijk? Het zijn consequentieloze woorden. Ik zou kunnen beweren dat ik geen auto heb en dus sowieso niet erg veel uitstoot, maar ik weet heus wel dat die ‘bijdrage’ vooral mijn geweten moet sussen - waar overigens niets mis mee is.”

Happy Hour, je theaterstuk dat gespeeld zal worden op de ledendag van het Humanistisch Verbond, gaat over de groei van het populisme. Maak je die voorstelling dan niet vanuit bezorgdheid?

“Ik lees erover, ik zie het op televisie en wil het op mijn manier - in het theater adresseren, laten zien waar populisme toe kan leiden, ook al heb ik geen idee hoeveel het publiek daar uiteindelijk van meekrijgt. Ik hoop natuurlijk dat er een gesprek op gang komt. Eén gesprek heeft misschien weinig zin, maar al die gesprekken bij elkaar kunnen wel iets teweegbrengen. En dat gaat niet alleen over het rechts populisme, maar ook over al die andere hete hangijzers van deze tijd. Wat kunnen we doen? Het marktdenken overboord gooien? Regeringen afzetten? Revoluties ontketenen? Het is makkelijk om te denken dat er geen alternatief is, maar al die doem denkerij houdt je alleen maar gevangen.”

Toch kan ik me voorstellen dat je, na het bekijken van een ononderbroken stroom van narigheid op het achtuurjournaal, de neiging voelt om af te haken.

“In Happy Hour heb ik mezelf opgesplitst in drie figuren: één vrouw wil niet meer meedoen, een andere is gedesillusioneerd en een derde is vooral zoekende. Tijdens het schrijven zat er iets van alle drie in mij, maar uiteindelijk ben ik vooral degene die blijft zoeken. Ik sprak laatst met iemand van een heel andere categorie; een vrouw die is opgevoed met het idee van een moreel universum. Ze gelooft ondanks allerlei zich herhalende patronen dat uiteindelijk alles wel goed zal komen. Dat is geen gedachte die ik van huis uit heb meegekregen.”

Welke gedachte dan wel?

“Een concreet gesprek kan ik me niet herinneren, maar ik heb wel, op een soort onderstromenniveau, de gevolgen van de Shoah meegekregen. En ook die van een onveilige jeugd. Dus voor mij was de vraag eerder: hoe wil ik het niét, in plaats van hoe wil ik het wél.”

Hoe werd het verhaal van de Shoah je verteld?

“Ik weet nog dat ik op mijn vijfde of zesde jaar in een boek over Dachau bladerde en foto’s zag die ik in eerste instantie niet begreep. Het duurde lang voordat het tot me doordrong dat ik naar stapels lijken keek. Ik vermoed dat er toen tegen me is gezegd wat er met de Joden was gebeurd, en dat ik één van hen was, maar ik herinner me geen echt gesprek ... Maar wat ik me nu afvraag: gaan we eigenlijk nog heel lang praten over het feit dat ik Joods ben, terwijl dat in mijn praktische, dagelijkse leven geen rol enkele rol meer speelt?”

Geen enkele?

“Ja, natuurlijk wel, en op een dieper niveau dan ik lange tijd heb gedacht, maar als we daarover gaan doorpraten, wordt het interview véél te lang.”

Ik ben zo benieuwd hoe die twee elementen-de gevolgen van de Shoah en een onveilige jeugd-je in het leven hebben gezet.

“Wat de Shoah betreft heb ik vooral geprobeerd te begrijpen hoe uitersten - van liefde en vernietiging, van schuldig zijn en schuldeloos - naast elkaar kunnen bestaan. Ik wil niet voortdurend bezig zijn met de vraag hoe zoiets kan bestaan. Het bestaat. Het maakt deel uit van wie we zijn en daar moeten we ons toe zien te verhouden. Doe ik het nog goed? Ik zie je zo kijken ...”

Eerlijk gezegd aarzel ik om nu naar die onveilige jeugd te vragen omdat ik in eerdere interviews al heb kunnen lezen datje daar liever niet over wil praten.

“Je hebt het nu waarschijnlijk over het interview in 2020 met Herien Wensink in de Volkskrant ? In een eerdere versie vroeg ik haar: ‘Waarom ben je toch zo geïnteresseerd in mijn jeugd?’ Waarop zij de tegenvraag stelde: ‘Denk je soms dat ik aan ramptoerisme doe?’ Dat gedeelte werd door de eindredactie geschrapt, maar het is best essentieel. Ik zei toen dat iedere interviewer in feite via de geïnterviewde dingen over zichzelf te weten wil komen. Dat is goed hoor, want zo komen we werkelijk in contact met elkaar, maar ik vraag me dus af: wat wil je nou precies weten?”

Ik las dat je vader als rector van een middelbare school was geschorst op verdenking van ontucht, dat hjj een gewetenloze man was die het gezin terroriseerde. Die periode moet voor jou, als kind, heel moeilijk zijn geweest. Wat zie ik daarvan terug in de vrouw die tegenover me zit?

“Oké, ik doe een poging. Om te beginnen had ik natuurlijk ook een moeder van wie ik ontzettend veel hield. Ze is al in 1978, na een heel erg ongelukkig leven, gestorven aan een gebroken hart. En ja, natuurlijk heeft die onveilige, verdrietige, manipulatieve en angstige omgeving me getekend, maar ik heb daardoor ook een grote gevoeligheid ontwikkeld om leed bij anderen te herkennen ... En ik heb het vermogen van een tamelijk ongeschonden kind behouden waardoor ik, ondanks de beschadigingen die ik heb opgelopen, kan uitreiken naar andere mensen.”

Bestaat de narigheid die je hebt meegemaakt nog ergens?

“De narigheid is weg, dat was toen, maar de herinnering eraan kan nog altijd opspelen.”

Wanneer gebeurt dat?

“Kan je nou eens ophouden?”

Waarmee?

“Met dat gevraag de hele tijd, haha!”

“Goed dan: ik heb last van misofonie, een overgevoeligheid voor geluid. Ik reageer vooral slecht op geschreeuw op straat, voor een bepaalde klank in de stemmen van volwassenen, als ze uitvallen tegen een spelend kind, voor het jammeren, het huilen, ik weet het niet precies ...”

Hoor je dan jezelf weer huilen?

“Geen idee. Zo letterlijk is het niet. En we kunnen er nu ook wel over ophouden, wat mij betreft. Ik lees de laatste jaren iets te vaak interviews waarin mensen van alles met de buitenwereld willen delen. Je kunt trauma’s, beschadigingen of littekens op zoveel meer niveaus laten zien. Soms moet je heel erg lachen - tegen het huilen aan - omdat een bepaalde beweging van iets of iemand je ontroert. Die ontroering kan helend zijn. Maar is het nodig om alles expliciet te benoemen? Ik vermom beschadigingen liever een beetje.”

Jouw eerste toneelrol, als zesjarige, was die van boze koningin. Is dat een rol die goed bij je past?

“We kregen die rollen toebedeeld, maar: ja, dat hadden ze goed gezien. Ik weet die boze koningin nog steeds te vinden. Maar wel een met humor hè? Ik vind het heel belangrijk dat er om mijn voorstellingen ook gelachen kan worden.”

Ben je in het gewone leven ook weleens een boze koningin?

“Ik ben niet goed in ruziemaken, dus die boosheid zal ongetwijfeld op een andere manier doorsijpelen en ervoor zorgen dat anderen dan weer boos op mij worden ... Alhoewel: je weet nooit wat andere mensen vinden. Iedereen vindt de hele tijd maar wat. Eigenlijk interesseert me dat ook steeds minder, persoonlijk bedoel ik, maar als we het hebben over de situatie waarin we ons bevinden, ja, daar vind ik daar natuurlijk ook iets van.”

Waar bevinden we ons dan in?

“Eh nou, we bevinden ons in ... Kijk, dit bedoel ik nou! Terwijl ik aan die zin begin, denk ik al: heb jij mij nou nodig om hier iets over te zeggen? Daar zijn door allerlei verstandige mensen al duizenden artikelen over geschreven.”

Maar je kunt toch zeggen hoe jij het ziet?

“Ik zie het als een buitengewoon gepolariseerd bestaan. Er wordt weleens gezegd dat dat vroeger ook al zo was maar, punt één, kan je niets met zo’n opmerking en punt twee: ik denk dat het internet en social media onze wereld drastisch hebben veranderd. Het wordt gebruikt voor mooie, goede dingen, maar helaas ook voor afgrijselijke en ophitsende dingen. Ik heb het idee dat de linkerflank van politiek Nederland een beetje uitgeput is. Het is nu misschien iets stiller, maar in de tijd dat ik Happy Hour maakte - dat door corona twee keer is uitgesteld - werden mensen als Thierry Baudet en Annabel Nanninga werkelijk door iedere talkshow, links en rechts, uitgenodigd om hun onzin uit te kramen. Dan denk ik: goede journalistiek is toch niet iemand eindeloos aan het woord laten? Het is juist de bedoeling dat je blijft doorvragen, feitelijke leugens pareert en niet opgeeft! Toen ik in de gaten kreeg dat ik er moedeloos van begon te worden en de behoefte ontstond me terug te trekken, wist ik dat het tijd was om daartegen in verzet te komen en die voorstelling te schrijven.”

Want je moet...

“Waakzaam blijven. Ik heb moeten leren om altijd waakzaam te zijn.”

Zijn we dan weer terug bij de onderstromen uit je jeugd waar we het eerder over hadden?

“Dat zou best eens kunnen. Zullen we nog wat drinken?”

Ja graag, doe mij maar een driedubbele whisky.

“Haha! Heb ik het je echt zó moeilijk gemaakt? Niet echt, toch?”

Behalve datje lastige vragen uit de weg leek te gaan, de regie over het gesprek wilde houden en bedongen hebt datje mag schrappen watje niet bevalt? Zeker! En nu maar hopen datje blij zult zijn met de tweeduizend woorden die ik bij je ga inleveren...

“’t Komt vast goed.”

Dat denk ik ook.

Naschrift: Lineke Rijxman heeft zeven woorden geschrapt, vijf regels toegevoegd en één tikfout verbeterd.

Interview: Arjan Visser

Fotografie: Jouk Oosterhof

Art Direction: Sabine Verschueren

Styling: Marleen de Jong

Hair & Make-up: Elise Haman

Met dank aan het Humanistisch Verbond. HUMAN INC is het ledenmagazine van het Humanistisch Verbond. Het is mogelijk een proefexemplaar van HUMAN INC te bestellen via https://www.humanistischverbond.nl/laat-je-inspireren/human-magazine/proefexemplaar/

Interview in beeld